Na een wedstrijd-loos weekend, mochten we afgelopen zaterdag weer aan de bak in Enschede. Na zo een korte rust pauze voelde dit toch al weer een beetje onwennig. Het is zo gewoon geworden, dat één dag van de week in het teken staat van een wedstrijd, dat je dit ritme snel gaat missen. Om dit gevoel een beetje te onderdrukken hadden mijn ploeggenoten een extra trainingsblok ingebouwd. Er werden vele kilometers gemaakt op de fiets en extra geschaafd aan de schaatstechniek.
Door Dr. Erik Valent
In tegenstelling tot dit wedstrijd-ontwijkend gedrag, heb ik van deze periode gebruik gemaakt om 4,5 jaar onderzoek aan de universiteit af te sluiten met het verdedigen van mijn proefschrift. Het was een zenuwslopende voorbereiding, wat uitmondde in een succesvolle verdediging en een erg leuke dag. Door dit promoveren mag ik nu het onderschrift van mijn zakelijke mailtjes aanpassen en dr. voor mijn naam plaatsen. Gelukkig kwam ik er al snel achter dat dat het enige was wat veranderde. Eten, drinken, slapen en ook trainen veranderen hierdoor niet. Zo bereidde ik me dan ook gewoon weer voor op de eerstvolgende wedstrijd. Ook hier was niet veel veranderd: dezelfde rijders waar je een praatje mee maakt, dezelfde warming-up en dezelfde 125 rondjes die we moesten afleggen.
Echter, na een rondje of 20 voelde ik toch iets vreemds… Was er misschien toch iets anders dan normaal? In tegenstelling tot de vele pogingen die ik dit seizoen al had ondernomen, begon het er nu steeds meer op te lijken dat ik eindelijk mijn rondje voorsprong ging pakken. Even leek het er zelfs op dat het er meteen twee gingen worden. Helaas was dit nu nog net even te hoog gegrepen en moest ik het nu nog doen met een 15de plek. Ik hoop in ieder geval dat het pakken van een rondje een structurele verandering is en dat ik dit seizoen nog voor een paar hogere noteringen mag gaan zorgen. Wat in ieder geval duidelijk is is dat we met de ploeg ons stapje voor stapje bewegen in de goede richting en steeds beter op elkaar raken ingespeeld.