Zaterdag was niet mijn dag. Wat schrijf je na een wedstrijd die je het liefst zo snel mogelijk vergeet? Hele goede vraag. Het was zoeen waar ik een hele terugweg mokken met m’n vader in de auto (sorry pap), een hangdag en een hardlooprondje voor nodig had eer ik een antwoord kon bedenken. Laat ik nu maar een poging doen.
Door Anneleen Zijl
Het kon erger. We stonden met z'n zessen aan de start. We hebben ons laten zien in de wedstrijd. Anna reed zover haar schenen het toelieten, en Judith en Rigt reden wederom uit. Annelies ging op avontuur, zelf was ik ook nog een tijdje op pad, en Melissa heeft met haar derde plek keurig de Amsterdamse eer hoog gehouden. Ze leidt nu zelfs het klassement!
Helemaal niet verkeerd. Maar ik ben niet tevreden over mezelf. Het ging niet. Wat een gehark. En als ik na een belabberd stel laatste rondjes als 21e eindig, pas om half een thuis ben, en in bed de Had-ik-maars en de Wat-alssen komen spoken, is voor mij de lol er aardig af, moet ik zeggen. Tuurlijk, je moet de dingen niet groter maken dan ze zijn, het is maar een wedstrijdje blablabla. Koop ik He-le-maal niks voor op zo’n moment! En de 12 uur daarna eigenlijk ook niet. Dan ben ik even héél slecht in relativeren.
Maar nu kan ik redelijk overtuigend zeggen dat dit er bij hoort (duhh). Maar ook dat dit is wat sport voor mij mooi maakt. Het dwingt je jezelf op een andere manier te leren kennen. Een die in eerste instantie misschien wat minder leuk is. Maar zeker niet minder waardevol.
Het kwartje viel toen ik na mijn hardlooprondje mijn hamstrings stond te rekken op de picknicktafel. Ik hecht nogal aan rek- en strekoefeningen. Maar hoe zit het eigenlijk met mijn ‘mentale rekbaarheid’? Fysiek herstellen is een ding, jezelf herpakken na een teleurstelling een tweede. Maar zeker niet minder belangrijk! Ik hoor het mijn zusje zeggen: ‘Get your shit together!’ Veerkracht. Het is niet altijd mijn sterkste punt.
Sport, en helemaal duursport zoals marathonschaatsen, vraagt denk ik om nog een soort ausdauer: doorgaan waar anderen opgeven. De handdoek in de ring gooien kan altijd nog, maar het liefst helemaal niet natuurlijk.
Het is nog maar november. Het seizoen is nog lang. Grenzen zijn er om opgezocht en verlegd te worden. Volgens mij liep ik gister tegen een aan. Nu nog even het rotgevoel ombuigen naar nieuwe energie. Een week moet genoeg zijn. De rek is er nog lang niet uit!