Vorige week stapte ik nog met knikkende knieën het ijs op, geplaagd door de gedachten: ‘gaat het niet te hard?’, ‘is het niet te ver?’ en ‘ben ik wel goed genoeg getraind?’. Dit weekend ging ik al een stuk zelfverzekerder naar de baan.
Door Bobbie Hondeveld
Bij de voorbespreking gaf Joris nog een paar goede tips: goed voorin zitten, niet iedereen er tussenlaten en wat nieuw was in ieder geval voor Machiel en mij: seinen. Joris gaf hierbij aan dat we wel of niet moeten versnellen.
Na de wedstrijd van de masters en de dames is het dan eindelijk zover: we mogen het ijs op. Na een ronde kom ik er al achter dat mijn schaatsen toch niet strak genoeg zitten. Er is nog net genoeg tijd om ze strak te trekken en nu kunnen we echt beginnen. Ik start ergens in het midden van het peloton achter Casper en Machiel. Ongeveer 300 meter na de bel vliegt er allemaal ijs omhoog en zie ik vlak voor mij Marnick door de lucht vliegen. Hij werd onderuit geduwd bij het verdedigen van zijn positie.
Vlak daarna gaat het tempo omhoog en zit er geen rem meer op. De ene demarrage na de andere en allemaal tevergeefs, maar genoeg om de benen lekker te laten branden. Gelukkig valt het even stil na 15 rondes hierdoor kon ik eindelijk naar voor schuiven. Nu begint het spel echt en begin ik mee te demarreren en gaatjes dicht te rijden. Jammer genoeg gaat er een groep weg net na mijn demarrage. Het is een groep van 11 man die een grote kans hebben om rond te gaan en na veel afstopwerk van andere rijders gaat de groep rond. Dan maar focussen op de eindsprint!
Ronde 16 op de klok zit ik op 4e positie achter Machiel en daarvoor Casper. Het is nog net te vroeg om weg te gaan. Wachtend op een klein gaatje om binnen door te gaan word ik langzaam ingesloten, maar vind nog net een gaatje om naar buiten te springen om buitenom in te halen op de bel. Niet ideaal maar toch in de sprint 9e geworden van het peloton Machiel 2 plekken achter mij en Casper 2e van het peloton.