Vandaag werd ik wakker met een aantal berichtjes over het geweldig leuke stukje over de wedstrijd op Flevonice van afgelopen woensdag van Anneleen (aanrader om te lezen!). Nadat ik uitgeslapen heb (we hebben vanavond een geschatte aanvangstijd van 22.45 van de wedstrijd in Alkmaar), klim ik ook in de pen en ga ik een poging doen ook een leuk stukje te schrijven over afgelopen woensdag. Ik heb noch de geestigheid, nog het schrijftalent van Anneleen, dus bear with me!
Door Casper Zuurveld
Vandaag werd ik wakker met een aantal berichtjes over het geweldig leuke stukje over de wedstrijd op Flevonice van afgelopen woensdag van Anneleen (aanrader om te lezen!). Nadat ik uitgeslapen heb (we hebben vanavond een geschatte aanvangstijd van 22.45 van de wedstrijd in Alkmaar), klim ik ook in de pen en ga ik een poging doen ook een leuk stukje te schrijven over afgelopen woensdag. Ik heb noch de geestigheid, nog het schrijftalent van Anneleen, dus bear with me!
Na enige twijfel, heb ik me uiteindelijk toch ingeschreven voor de wedstrijd op Flevonice. De vorige ervaringen met natuurijs, of “natuurijs”, waren niet heel positief voor mij dus vandaar de twijfel. Toch stap ik woensdagavond vol goede moed de auto in, hopelijk brengen de goede benen van de afgelopen weken me meer geluk dan het ongeluk van de vorige keren natuurijs. Na een inloop-/verkenningsrondje langs een groot gedeelte van de baan, begin ik me om te kleden. Gelukkig lopen de dames nog rond in de lounge van Flevonice, dus kan ik wat vragen stellen over de kou. Ik besluit me goed warm aan te kleden, met de gedachte “die rits van dat pak kan altijd nog open als het te warm is”. Iets voor half 9 stap ik het ijs op, tijd voor inrijden is er niet. De scheidsrechter wil stipt half 9 starten. Dus sta ik, samen met Marnick en Koen, een beetje wankelend te wachten op de start. Ik ben nerveus, en het ijs voelt raar. Ik heb besloten dat ik de eerste 1 à 2 ronden ga afwachten, een beetje de kat uit de boom te kijken. En daarnaast ook het parcours te leren kennen. Het is donker en ik heb donkere glazen in mijn bril, afwachten dus hoeveel ik kan zien.
De eerste ronde vallen me 2 dingen op. “Sh*t wat is dit eng!” is de gedachte die na 2 bochten in mijn hoofd zit, in het donker zie je soms bijna niets. Ook kom ik erachter dat het feit dat ik rechtsom kan overstappen, me erg veel voordeel geeft ten opzichte van de rest van het peloton. Na de eerste twee rondes achterin het peloton met weinig bekende gezichten te hebben doorgebracht, schuif ik meer naar voren. Ik zie Koen ook goed voorin zitten. Ik voel me sterk, maar aan Koen’s lichaamstaal te zien, voelt hij dat zich ook. Dat beloofd wat!
De komende rondes zit ik goed voorin, en probeer ik een aantal keer te springen. Helaas zonder resultaat. We komen steeds een metertje of honderd weg uit het peloton, waarna we weer worden ingerekend. Na de verhalen van de andere wedstrijden, waar ook niemand weg kwam, leg ik me bij het feit neer dat dit ook waarschijnlijk een massasprint gaat worden. We komen weer over de finish, tot mijn spijt zie ik Marnick langs de kant staan. Zijn knie speelt dus helaas ook op, op dit ijs. Nog een ronde of 5/6. Nadat ik teruggepakt word na wederom een sprong, gaat het peloton staan. Een goed moment om wat te eten bedenk ik me. Helaas gaat het eerste gedeelte van het gelletje meer in mijn neus, dan in mijn mond. Toch slaag ik er in om wat binnen te krijgen (ik denk dat Anneleen en ik nog wat moeten leren betreffende gelletjes naar binnen werken). In deze ronde bedenk ik ook wat ik in de finale ga doen. Ik heb al gemerkt dat je in de laatste bocht naar rechts, echt een verschil kan maken. Helaas kan ik dankzij een verkeerd gestrikte rechterschoen niet meer rechtsom overstappen door de pijn en doet ook afzetten pijn. Ik heb besloten vlak voor die bocht naar rechts aan te gaan, in de laatste ronde. En dan alles of niets.
In de laatste ronde zie ik Koen nog springen, shit! Dan kan ík dus niet! Maar er wordt doorgereden in het peloton, Koen wordt vlak voor die ene bocht naar rechts teruggepakt. Ik ga vól aan, vlak voordat Koen wordt terug gepakt. Ik heb een gaatje, en één mannetje gaat mee. Door de adrenaline voel ik m’n rechtervoet niet meer. Gewoon vol gaan! In de laatste bocht, voor het rechte stuk naar de finish op, hoor ik het peloton aankomen stormen. Koen vliegt me als een van de eerste van het peloton voorbij. Weg adrenaline. Weg hoop op top 5. En jeetje wat is dat rechte stuk dan nog lang. Ik finish als 7de van het peloton, en bij aankomst schijnen er nog 4 jongens weggesprongen te zijn vlak voor de ingang van de laatste ronde. Niets van gemerkt. Koen wordt 6de, ik 11de.
Al met al, toch een goed gevoel overgehouden aan deze wedstrijd. De benen waren weer goed. Ik heb de gok genomen, maar helaas niet gewonnen. Ik stap met een glimlach het ijs af. En dat is toch het allerbelangrijkste, bedenk ik me ’s avonds in bed.