Waren het mijn nieuwe, knaloranje veters? Was het de pasta pesto die ik al bijna de hele week at, en die onderhand aardig m’n neus uitkomt? De afwezigheid van ouders? Geen idee. Na mijn (relatieve) dieptepunt van drie weken geleden is de wedstrijd van vrijdag een absoluut hoogtepunt.
Door Anneleen Zijl
Deze week vroeg ik me herhaaldelijk af welke ijsbaan dat ook alweer was, die in Alkmaar. Marnicks thuisbaan, maar verder? Ik gokte op die ijsbaan met dat turntoestelachtige zitmeubel in de hal. Eenmaal daar, bleek dat m’n geheugen me niet in de steek had gelaten. Weer voel ik de stress van het moment waarop ik vorig jaar vijf minuten voor de start mijn schaatsveters kapot trok. Nouja, daar zou het dit keer in elk geval niet aan liggen.
Voor de dames dit keer 35 ronden in plaats van 45. Bij de voorbespreking nemen we de plannen door. Gaan we voor kort maar krachtig? Joris zegt dat we vooral goed moeten nadenken over het moment waarop we wegrijden, of het dan kans van slagen heeft. Een half uur voor de start komt er een ijshockeyer de kleedkamer binnenvallen. Oh nee, Annelies in motoruitrusting. Afslag gemist of iets dergelijks. We zijn compleet!
De scheidsrechter heeft een beetje haast. We krijgen één ronde om in te rijden. Op het fluitsignaal verzamelt iedereen zich bij de start. Melissa mag als leidster in het klassement de loze ronde op kop rijden en de ongeduldige KNSB-jas begint een beetje te drammen om nummer 31. Rustig neemt ze nog even de tijd om haar veters te strikken. Bij ons fietsgroepje in Lelystad zouden ze dit denk ik classificeren als ‘vedette-neiging’, maar Melissa laat zich gewoon niet opjutten en dat is heel goed.
Dan gaan we van start. Ook Judith zit voorin en neemt de kop van Melissa over. Anna en Annelies zitten in de buik van het peloton. Team YellowFluo heeft voorlopig de touwtjes in handen. Zelf ben ik een beetje aan het knoeien. Als ik op een gegeven moment naar achter kijk, en niemand zie, bedenk ik me dat ik als de wiedeweerga moet gaan schuiven. Dan gaat het beter. We zitten een paar keer bij wat uitlooppogingen, maar er komt niets weg.
De tussensprint laat ik lopen. Rotdingen vind ik dat. En als je Marnick mag geloven, rijd je in Alkmaar dan voor een kist aardappelen, dus dan pas ik helemaal. Melissa en Annelies versnellen, en Annelies pakt de derde premie. Daarna houden ze het tempo vast. Nu afstoppen. Anna doet goed werk, maar moet er, net als Judith, af vanwege haar schenen. Heel jammer, want ik denk dat beiden prima in staat zijn om uit te rijden. Judith is loeisterk, en als Anna ongeblesseerd net zo kan schaatsen als ze autorijdt, mag het peloton zijn borst nat maken. Maar ook deze groep komt niet weg.
Als ze gaan staan en uitwaaieren in de bocht, neem ik stilletjes de binnenbocht. Zomaar krijg ik honderd meter. Joris roept dat ik rustig door moet rijden, dus dan doe je dat. Op een gegeven moment krijg ik het rondenbord in het oog. Nog negen ronden. Kak, da’s nog best een eindje. Maar er is geen weg terug, het gat is te groot om op te geven. Eerdere wedstrijden schieten me te binnen; waarin ik, soms met anderen, eveneens de stoute schoenen aantrok en op pad ging. Het lukte nog nooit. De bijbehorende opmerkingen over chasse patates (Ja Christiaan, ik heb er verdorie nog aan gedacht!). Ik maak me kwaad. Focus. Technisch proberen te blijven rijden. Recht zo die gaat! Nog vijf ronden. Zou het?! Het zál.
Trainers en ploeggenoten krijsen me door de laatste ronden. Met nog één ronde te gaan weet ik zeker dat het peloton me niet meer gaat pakken. Verrukt gooi ik twee armen los. Vandaag geen aardappeljacht! Melissa eindigt als zesde, en behoudt hiermee de leiding in het klassement. De snotverkouden Annelies wordt zeventiende.
Welke ijsbaan die in Alkmaar is, zal ik nu niet meer vergeten. Eindelijk bloemen en een envelopje. Dat zijn weer een paar keer boodschappen! Maar voorlopig geen pasta pesto, denk ik.
........