"Allee, spreek ik met de vader van Christoffel?” Een vriendelijke Belg heeft zijn telefoon in de ardennen gevonden en stuurt hem wel even op. Een andere keer belt de politie dat zijn portemonnee terecht is, nog voordat hij hem kwijt is. Of hij vindt zijn gestolen portemonnee terug in de bosjes met alles er nog in. Dit soort acties noem ik een “christoffeltje”. Je verkloot iets volledig, komt daar net op tijd achter en op miraculeuze wijze komt het allemaal weer goed.
Door Johan Hendriks
Zo ook zaterdag in Deventer. Christoffel, mijn kleine broertje, aan de start van zijn derde marathon bij de A’s. Voor het seizoen zei ik: “ze moeten je kennen, verover je plek in het peloton”. Een beetje vooruit rijden vorige week leek niet genoeg, dus hij deed een “christoffeltje”. Het hele peloton staat klaar, 10 seconden voor de start. Naast me trekt Christoffel ineens wit weg: “Mijn transponders!” Met shakende knieën stormt hij naar de scheidsrechter: “mag ik mijn transponders nog halen?” Terwijl iedereen, ik wel in ieder geval, staat te grinniken haalt hij als een gek zijn transponders uit de kleedkamer. Als ik hem na 10 rondes een beuk op zijn schouder geef, “sukkel”, is hij het al bijna vergeten. Opgelost, alles weer ok.
De koers zelf? Man wat een wedstrijd. Half koers ploft het peloton als een ballon uit elkaar. Bart, onze natuurijsman, pakt een rondje. Erik finisht in een achtervolgende groep. Ik kan met Christoffel nog terugrijden vanuit de mongolenwaaier het peloton in, waar we met Jan Maarten een sprintje trekken voor plek 18. Jaja, dit betekent dat we als 4e ploeg eindigen vanavond. De top 10 lonkt. Wragh.