Op een druilerige zaterdagavond begaven wij ons naar Hoorn om een potje te beuken op de Westfries. Marathonrijden is een contactsport, en het contact wordt gelukkig vriendelijker nu de eerste wedstrijden gereden zijn.
Door Wilbert Smit
Na wat rondjes inrijden viel het peloton stil en begonnen Koen en ik aan een ontsnappingspoging. We trokken er flink aan, maar toen het peloton harder ging rijden moesten we na tien rondjes de strijd staken. Deze krachtsinspanning hakte er bij mij flink in en de rest van het verloop van de koers is me niet zo goed bijgebleven. Toen vervolgens een groepje rond ging zaten we daar helaas niet bij. Koen en Guus waagden nog een dappere poging, maar het liep voor ons uit op een sprint met het peloton. Uitslag: Koen 13e, Guus 16e, Casper 24e, Wilbert 27e en Jasper 31e. We hebben het dus wel allemaal kunnen uitrijden.
Terug in de kleedkamer maakte ik een praatje met de jongen die naast me zat. Hij vertelde dat marathonschaatsen voor hem eigenlijk bijzaak was en hij zich vooral focust op het langebaanschaatsen. Op mijn vraag of hij meer gespecialiseerd was op de korte of de lange afstand kreeg ik terstond van een ander de vraag of we in Amsterdam wel tv aansluiting hebben. Toen ik antwoordde dat ik geen tv had zei ene Mark Ooijevaar tegen me ‘dat blijkt’ en eindigde ons gesprek.